Met hoge snelheid naar Córdoba

Zaterdagmiddag, halfdrie, ergens tussen Madrid en Córdoba. Een tiental Spanjaarden heeft zich verzameld aan de bar. Blikjes Cruzcampo en flesjes rioja gaan over de toonbank, zakjes patatas en cacahuetes worden opengetrokken. De echte lunch zal nog even moeten wachten, maar zo wordt de trek vast wat gestild. Een coupé verderop deelt een conducteur oordopjes uit voor de film en dommelen passagiers weg in hun stoel, terwijl de trein met een vaart van 300 kilometer per uur richting Andalusië raast.

De AVE is een van de leukste manieren om door Spanje te reizen en geeft een instant-vakantiegevoel. Het doet een beetje denken aan het vliegtuig, maar dan zonder turbulentie, een stuk milieuvriendelijker én je ziet nog eens wat van het gevarieerde Spaanse landschap. Je kaartje koop je van tevoren, je krijgt een vaste plaats aangewezen en je ticket en bagage worden gecontroleerd voordat je aan boord mag. Mis je hem, dan heb je pech, want je kunt niet zomaar een volgende trein pakken.

Met 1121 kilometer is het traject tussen Barcelona en Málaga het langste dat met de hogesnelheidstrein afgelegd kan worden. Maar Málaga is, net als Sevilla (ook op de AVE-route), vanuit Nederland ook prima te bereiken met het vliegtuig. Voor Córdoba geldt dat niet, en dus wordt de stad vaak afgedaan met een dagtripje vanuit bijvoorbeeld Sevilla. Zonde, want de oude Moorse hoofdstad is absoluut ook een wat langere stedentrip waard. Voor ons genoeg reden om vanuit Barcelona 962 kilometer naar het zuiden af te leggen.

Uitgerust en met behoorlijke trek komen we aan op het station. Eerst die jas uit, want met ruim 20 graden lijkt het of de zomer hier nooit is weggeweest. Het is zo’n twintig minuten lopen naar het stadscentrum. Onder- weg ploffen we neer op een terras voor een biertje en wat te eten. Op de kaart staan gerechten als manitas gratinadas con foie (eendenpootjes met foie gras), riñones al Jerez (niertjes), lengua de ternera (kalfstong) en sangre encebollá (bloed met ui). Een van de bekendste specialiteiten van Córdoba is rabo de toro, stierenstaart. Vleeseters zullen hier niets tekortkomen, dat is duidelijk. Wie liever vegetarisch eet, kan in elke bar terecht voor een salmorejo cordobés, de traditionele koude soep van tomaat, brood en kno ook. Vraag wel even of je hem zonder ham kunt krijgen.

De eerste nacht doen we low budget en slapen we in een Airbnb in de buurt van de Romeinse tempel. De eigenaar van het appartement, een rasechte cordobés genaamd Emilio, vertelt dat we het perfecte seizoen hebben uitgekozen voor een bezoek aan zijn stad. Natuurlijk, de wereldberoemde patiofestivals in het voorjaar zijn fantastisch. Maar in het najaar en de winter zijn er minder toeristen, is de temperatuur overdag aangenaam en krijg je het toch te fris, dan duik je zo een hamman of een van de vele theehuizen in om op te warmen. Emilio heeft een lijst met zijn favoriete bars en restaurants achtergelaten.

Vandaag zetten we ons lowbudgetplan nog even voort en stappen we na een biertje en gratis tapa – zoals dat in Andalusië eerder regel dan uitzondering is – Taberna Salinas binnen. De kaart is op-en- top Spaans, met wederom héél veel vleesgerechten, maar ook de lokale favoriet naranjas picás con aceite y bacalao (sinaasappelsalade met olie en stokvis), gefrituurde aubergine met honing en spinazie met kikkererw- ten. Als toetje gaan we voor de pastel de Córdoba, een taart van bladerdeeg en cabello de ángel, een soort jam gemaakt van een pompoensoort.

Grootste stad ter wereld
Zondagochtend lopen we via de Romeinse tempel en resten van de oude Romeinse muren naar het historische centrum, dat als geheel op de werelderfgoedlijst van Unesco staat. Nu moeilijk voor te stellen, maar ooit was Córdoba de grootste stad ter wereld. Het was de hoofdstad van het kalifaat Córdoba, dat over het Moorse rijk Al-Andalus regeerde. De kathedraal de Mezquita is het bekendste over- blijfsel uit die tijd, maar ook elders in de stad zijn Arabische invloeden zichtbaar. We stoppen bij een theesalon voor thee met veel suiker, dadels en brood met hummus. Niet bepaald Spaans, wel ontzettend lekker.

Om de hoek van de Mezquita checken we in bij luxe hotel Las Casas de la Judería. Het zwembad lonkt, maar is toch echt wat te fris. Daarom besluiten we om vanavond naar de hammam te gaan, ook geen straf. Maar eerst natuurlijk een bezoek aan die beroemde Mezquita, voor veel toeristen dé reden om naar Córdoba te komen. Op de plaats waar nu de kathedraal staat, stond ooit een visigotische kerk. Tijdens de Moorse overheersing werd hier in de 8e eeuw een moskee gebouwd en na de reconquista werd het een kathedraal. Toeristen, die we gisteren en vandaag maar weinig zagen, blijken zich hier schuil te houden. Het bekende tafereel van sel esticks en tourgidsen die met een vlag in de hand grote groepen Aziaten rondleiden, speelt zich ook bij de Mezquita af. Geef ze eens ongelijk, want dit is zonder twijfel een van de meest magische en fascinerende architectonische hoogstandjes van Spanje!

Tegen de schemering duiken we geheel volgens oude Arabische traditie de hammam in voor een stoombad en massage. Het is niet moeilijk om je in Córdoba een Moorse prins te voelen! Helemaal zen lopen we na a oop over de Puente Romano, de Romeinse brug die ’s avonds prachtig verlicht is. Aan de overkant bestellen we nog een keer de stierenstaart en de verrukkelijke sinaasappelsalade met bacalao, voordat we de volgende ochtend weer met 300 kilometer per uur naar het noorden treinen.

9 x DOEN IN CORDOBA

Gratis naar de Mezquita
De Mezquita is dé toeristische highlight van Córdoba. Een geheimpje: als je om 8.30 uur komt is de entree gratis. Voorwaarde is wel dat je niet met een groep komt, stil bent en om 9.15 weer weg bent.

Romeinse brug
De Puente romano mag je ook niet missen. De brug over de Guadalquivir is ruim 300 meter lang en ver­bindt de barrios Campo de la verdad en Catedral.

Inkijkje in het leven van de adel
Het Palacio de viana was eeuwenlang het onder­ komen van adellijke families en is beroemd om de twaalf bloemrijke patio’s. Het interieur dateert uit de 17e eeuw en bestaat uit prachtige kunst en meubels.

Tijd voor bezinning
De synagoge, uit de 14e eeuw, is het best bewaarde joodse gebedshuis van Spanje, en na de Mezquita de belangrijkste toeristische trekpleister van de stad.

Bloemrijke tuinen
Hou je van mooie tuinen? Ga dan naar het Alcázar de los reyes cristianos. Dit werd in de 14e eeuw ge­bouwd op de plek waar eerder de residentie van de romeinse bestuurders was en later een Moors fort.

Eten en drinken met de locals
Op Plaza de la corredera treffen de Cordobezen elkaar voor een hapje en een drankje. Calle Judíos is een van de mooiste straten van de stad. Je drinkt er heerlijke wijn bij Bodegas Guzmán (nummer 7). Nog zo’n fijne bodega is Campos (calle lineros 32), waar je bovendien goed kunt eten.

Relaxen in een badhuis
Voor het ultieme relaxen ga je naar een van de Arabische badhuizen, zoals Hammam al Andalus (corregidor luis de la cerda 51). Zo kom je ook de koudere winter door.

Voor de thuisblijvers
Een souvenirtje voor het thuisfront? Bij Delicias del califato hebben ze 100 soorten thee, kruiden en wierook (calle Tomás conde 1).

Theesalon
voor thee, hummus en dadels zit je heerlijk in Salón de Té (calle Buen Pastor 13).