Vluchtelingen helpen wordt gecriminaliseerd
Wat hebben een Spaanse journaliste, een Syrische zwemster en zes Tunesische vissers met elkaar gemeen? Ze werden – of worden – alle drie beschuldigd van criminele activiteiten omdat ze hulp boden aan migranten en vluchtelingen.
Je kunt dit artikel ook lezen op de site van OneWorld
Een telefoongesprek voeren met de Spaanse journalist en mensenrechtenactivist Helena Maleno is onmogelijk zonder te worden onderbroken door andere belletjes en berichten die aan haar kant van de lijn binnenkomen. “Op drukke dagen word ik wel tweehonderd, driehonderd keer per dag gebeld”, zegt ze. Veel mensen die vanuit Afrika per bootje de oversteek naar het Spaanse vasteland maken, hebben Maleno’s nummer op zak. Ze weten: als er onderweg iets misgaat, bel je Helena. Vanuit haar woonplaats, de Marokkaanse stad Tanger – waar veel migranten op de boot stappen – leidt ze Caminando Fronteras. Deze ngo onderhoudt contact met migranten en helpt de Spaanse kustwacht bij het lokaliseren van bootjes die op het water in de problemen zijn geraakt.
Het gegeven dat veel mensen liever Maleno dan de Spaanse kustwacht bellen, heeft twee redenen. De meest praktische is dat ze een Marokkaans telefoonnummer heeft en dat is goedkoper dan bellen naar een Europees nummer. Maar belangrijker: Maleno wordt vertrouwd. Als journaliste, onderzoeker en mensenrechtenactivist woont de van oorsprong Spaanse al zestien jaar in Tanger. Ze is een steunpunt voor migranten, en met haar werk redde ze honderden mensenlevens in de Straat van Gibraltar. “Aan de grenzen van de Europese Unie bestaan mensenrechten niet. De drang om immigratie tegen te houden wordt er belangrijker bevonden dan fundamentele rechten, zoals het recht op leven”, zegt ze.
Bedreigd
De consequenties die haar werk met zich meebrengt zijn niet bepaald flauw. Ze wordt met de dood bedreigd en er werd opgeroepen om haar te verkrachten. “Ik raad u aan uw mond te houden, of u zal doodgaan. U zit de autoriteiten dwars”, was één van de berichten die ze ontving, begeleid door een afbeelding van een pistool en een kogel. De Spaanse politie tapte haar telefoon twee jaar lang af – inclusief alle intieme gesprekken die ze met familie en vrienden voerde – omdat ze vanwege de telefoontjes aan de Spaanse kustwacht werd verdacht van mensensmokkel. In 2017 werd het rapport gearchiveerd en het onderzoek afgesloten, omdat er geen bewijs was dat Maleno de wet had overtreden.
Maar begin dit jaar moest ze plots voor de Marokkaanse rechtbank verschijnen. Spanje bleek het ‘gearchiveerde’ rapport te hebben doorgestuurd naar de autoriteiten in Marokko, die daar om hadden gevraagd. Daar wordt ze nu beschuldigd van mensensmokkel en het aanzetten tot illegale migratie, strafbare feiten waar in Marokko een gevangenisstraf tussen de zes maanden en levenslang op staat. De aanklagers verdenken de activiste ervan nauwe banden te onderhouden met mensensmokkelaars in Afrika.
Spionage
Het verhaal van Helena Maleno is niet het enige voorbeeld van hulpverleners die worden gecriminaliseerd. Neem de Syrische zwemster Sarah Mardini, die eind augustus werd opgepakt in Griekenland op verdenking van onder meer spionage en over wie OneWorld eerder dit artikel publiceerden. Of de zes Tunesische vissers die eind vorige maand door de Italiaanse autoriteiten werden gearresteerd. Ze hadden met hun vissersboot een bootje met veertien migranten aan boord naar het eiland Lampedusa getrokken.
De Italiaanse kustwacht twijfelt aan het verhaal, omdat er geen noodoproep zou zijn binnengekomen van noch de vissers noch de migranten. Net als Maleno worden de Tunesiërs verdacht van mensensmokkel. Nog zo’n voorbeeld: drie brandweermannen uit Sevilla, die begin 2016 achttien schipbreukelingen redden bij het Griekse Lesbos en meer dan een jaar lang werden verdacht van mensensmokkel, tot ze afgelopen voorjaar werden vrijgesproken.
Voor Helena Maleno, Sarah Mardini en de Tunesische vissers is het voorlopig afwachten welk lot hen te wachten staat.
Zorgen
“Het zijn dit soort mediagenieke verhalen die het nieuws halen, maar wie denkt dat het hiermee ophoudt, zit ernaast”, zegt Carles McGragh, voorzitter van de Commissie voor de Verdediging van Mensenrechten binnen de Catalaanse orde van advocaten. De mensenrechtenadvocaat schat dat er in Europa momenteel zeker twintig zaken openstaan waarbij hulpverleners worden beschuldigd van criminele activiteiten.
“Ik maak me oprecht zorgen en vrees dat het er alleen maar meer zullen worden. Het doel van de autoriteiten is immigratie beperken en dat proberen ze te bewerkstelligen door angst aan te wakkeren bij hulpverleners, vrijwilligers en eenieder die zich inzet voor het lot van migranten en vluchtelingen. Dat gebeurt niet alleen in het zuiden van Europa, maar ook in landen als Hongarije.” Daar werd in juni gestemd voor een wet die het helpen van illegale migranten strafbaar maakt.
Maleno gelooft niet dat criminalisering van hulpverleners minder immigratie tot gevolg zal hebben. “Het geprivilegieerde Europa begrijpt niet dat deze mensen niets te verliezen hebben. Europeanen hebben álles te verliezen en zijn daarom bang. Maar veel migranten komen uit oorlogsgebieden in Syrië of Congo. In sommige steden in Congo is de gemiddelde leeftijd waarop meisjes verkracht worden tussen de drie en vijf jaar oud. Wat doe je dan, als moeder?”
Lifeguard
Anabel Montes ondervond ook aan den lijve hoe het is om als hulpverlener gecriminaliseerd en geïntimideerd te worden. De 31-jarige Spaanse kwam tien jaar geleden naar Barcelona om als lifeguard op het strand te werken. Ze deed een tijd vrijwilligerswerk op Lesbos en ging daarna aan het werk bij de Spaanse ngo Proactiva Open Arms, die zich inzet voor het redden van mensen op de Middellandse en de Egeïsche Zee.
Ze is één van de drie missieleiders van de organisatie en ging de afgelopen jaren achttien keer mee op missie. Ook als ze niet op zee is, kun je haar vinden op één van de twee boten die in de havens van Barcelona en buurgemeente Badalona liggen. Dankzij haar lange blauwe haren en tatoeages over het hele lichaam is ze moeilijk over het hoofd te zien.
Montes is één van de drie medewerkers van Proactiva Open Arms naar wie momenteel een onderzoekt loopt in Italië. Naast Montes liggen ook een kapitein en de missie-coördinator onder vuur. In maart, tijdens een missie naar Libië, ging het mis. “Onze boot met 216 geredde mensen aan boord werd tegengehouden door een Libische patrouilleboot. Ze zeiden dat zij de coördinatie van de operatie zouden overnemen en eisten dat we de vrouwen en kinderen aan hen zouden overdragen. Toen we dat weigerden, werden we met de dood bedreigd”, vertelt Montes nuchter.
“Toen we na 24 uur toestemming kregen om aan te meren in een haven in Sicilië, kregen de kapitein en ik te horen dat we werden beschuldigd van het stimuleren van illegale immigratie en deelname aan een criminele organisatie. Ik werd apart genomen en op een nogal intimiderende manier verhoord. Mijn telefoon bleek al een hele tijd te zijn afgetapt, blijkbaar hadden ze me al langer in het vizier. En tja, met zulk haar ben je natuurlijk niet zo moeilijk te vinden.”
Frustratie
In juni werd de zaak gearchiveerd. Maar in Italië geldt dat het OM ook ná archivering verder mag gaan met het onderzoek. Montes: “Mijn telefoon werd in maart ingenomen en ik heb hem nu, ruim een halfjaar later, nog steeds niet terug.”
De Spaanse is niet van plan zich te laten afschrikken. “Ik blijf dit werk doen. Elke keer als we iemand levend aan boord halen, weet ik dat het het allemaal waard is. En ik ben er niet zo bang voor dat we daadwerkelijk gestraft zullen worden: we hebben altijd volgens de internationale wet gehandeld en hebben veel mensen en organisaties achter ons staan. Maar frustrerend is het natuurlijk wel, om zo tegengewerkt te worden door autoriteiten die veel meer macht hebben dan wij. Alsof we een mug zijn die het moet opnemen tegen een olifant. Aan de andere kant… een mug kan wel allerlei ziektes overbrengen op de olifant, die hem flink kunnen verzwakken.”